Afval van het versnijden van glasplaten middels een diamantsnijder

Na afloop van een Archeologische Begeleiding van rioleringswerkzaamheden door Synthegra in november 2001 werd door Freek Hubers een glasconcentratie aangetroffen in een kuil van circa 60 x 60 x 40 centimeter op de kruising van de Nieuwstad en de Kerkwal. Het glas werd uitgetroffeld en geborgen. Het betrof een kleine kuil met glasafval van circa 3,6 kilo (Vondstnummer: AWG: NS-01-1). De glasvondst is in beheer bij de Archeologische Werkgroep Groenlo.

Op basis van een quickscan kan worden geconcludeerd dat het een afvalkuil van een glazenier betreft. Het betreft afvalglas (1265 gram), vensterglas (312 gram) en vlakglas dat niet nader gedefinieerd kan worden (1994 gram). Vanwege het aantreffen van voornamelijk diamantgesneden fragmenten vensterglas en afvalglas kan de vondst zeer waarschijnlijk worden gedateerd tussen 1650 en 1750 na Chr.

Afvalglas

Het afvalglas bestond uit randfragmenten van cilinderglasplaten (1075 gram), snijafval (158 gram) en fragmenten met oneffenheden (32 gram). Er werden twee typen randfragmenten aangetroffen in Groenlo – Nieuwstad. Het merendeel bestond uit vuurgepolijste randen, dit zijn de randen van de open zijdes van de cilinder die door het veelvuldig verhitten in de oven vuurgepolijst (afgerond) zijn. Drie fragmenten betroffen gesneden randen. Deze randen ontstaan wanneer de glasblazer de glascilinder opensnijdt om deze vervolgens plat te walsen.

Dat het cilinderglas betreft, kan naast de rechte randfragmenten tevens worden geconcludeerd op basis van de oppervlakkige, rode krasjes; welke veelvuldig voorkomen op het glas van de Nieuwstad – Groenlo. Deze sporen ontstaan in een glashut waar het iets afgekoelde cilindervormige glas werd opengesneden en platgewalst op een ijzeren tafel om zo een glasplaat te creëren. Middels de wrijving van het glas, en dan met name van de ietwat uitstekende delen van het glas zoals de randen, met de ijzeren tafel ontstaan dergelijke rode krasjes.

Oneffenheden die tijdens de productie van de glasplaat zijn ontstaan, werden aangetroffen in de vorm van dubbelgevouwen randen en zones met lichte tot bijna dubbelgevouwen welvingen (kreukels).

Het snijafval bestond uit dunne, lange fragmenten glas die in breedte varieerden van 2 centimeter – 2 millimeter (zie bovenstaande afbeelding). De fragmenten zijn ontstaan bij het snijden van de glasplaat in kalibers en het eventueel bijsnijden van de kaliber in de exact benodigde vorm.

Vensterglas

Het vensterglas was voor het grootste gedeelte onbeschilderd en kon alleen worden onderscheiden van het afvalglas door de iets verkleurde rand daar waar het glas in het lood heeft gezeten. Waarschijnlijk dat een groot deel van het niet nader gedefinieerde glas tevens vensterglas betreft.

Er werden 2 gebrandschilderd fragmenten aangetroffen. GRNS2 betrof een klein fragment met een dikte van 1,0 – 1,1 millimeter en een versiering met wat lijkt op een geometrisch motief van krullen opgezet met zwarte contourverf en ingekleurd met ietwat verdunde zwarte verf. GRNS1 betrof een ovaalvormig kaliber met een dikte van 1,7 – 2,1 millimeter. Het kaliber was beschilderd middels een zilvergele rand en een in zwarte contourverf opgezette tekst zijnde:
[La]ngenberch
[…]et sijn [huisvrouw]

Op basis van vergelijkbare kalibers kan worden geconcludeerd dat het  zeer waarschijnlijk een schenkingsglas van ene heer [La]ngenberch en zijn vrouw betreft uit de 17de eeuw (zie Typecode 143).

GRNS1
GRNS2

51 kalibers betroffen randfragmenten van vensterglas die door middel van een diamantsnijder zijn vormgegeven. Enkele fragmenten bevatten twee randen die een hoek van 90 graden vormden. Dit waren vierkante of rechthoekige kalibers.

Van 9 kalibers was de rand door middel van een gruizelijzer vormgegeven. Eén kaliber was redelijk compleet en betrof een rechthoekig fragment met een afmeting van 5,0 x >6,9 centimeter. Een ander kaliber was driehoekig, en betreft mogelijk het bovenste dan wel onderste deel van een ruitje. Twee hoekfragmenten hebben behoord tot een rechthoekig of vierkantig fragmenten. Vanwege de aanwezigheid van slechts één rand kon de vorm van de andere kalibers niet worden bepaald.

Puntig vensterglas met al dan geen oppervlakkige breuken dat is ontstaan door druk op het vensterglas uit te oefenen.

Naast de randfragmenten werden enkele fragmenten aangetroffen die zeer waarschijnlijk tevens vensterglas betreffen. Het zijn puntige fragmenten met al dan niet enkele oppervlakkige breuklijnen. Dergelijke breuken ontstonden wanneer op één punt druk op het vensterglas werd uitgeoefend van waaruit verschillende breuklijnen uitwaaieren. Dergelijke druk ontstaat bijvoorbeeld bij het intikken van het glas bewust (door de glazenier om het glas te verwijderen) dan wel onbewust (wanneer bijvoorbeeld een steentje tegen het raam komt).

Halffabricaten

Fragmenten met inkrassingen op of langs de breuk op een randfragment (boven) en snijafval (rechtsmidden). Een inkrassing dwars op het glas (mogelijk een foute breuk, linksonder) en een fragment met vijf parallellopende inkrassingen (rechtsonder).

Op enkele fragmenten waren inkrassingen waarneembaar. Het betroffen over het algemeen een of enkele parallel aan elkaar lopende insnijdingen die de glazenier in de glasplaat heeft gekrast in de vorm van de gewenste kalibers. Het idee is dan dat de glazenier met een voorwerp aan de onbekraste zijde van het glas klopt en dat het glas vervolgens langs deze inkrassingen breekt.

Er werden 35 fragmenten met dergelijke inkrassingen aangetroffen, waaronder 21 fragmenten niet nader gedefinieerd vlakglas, 8 fragmenten snijafval en 6 randfragmenten van de cilinderglasplaat. De krassen liepen voor het merendeel over of vlak langs de breuk. Op sommige plekken liep de kras geheel of deels dwars over het glas, waarschijnlijk dat het glas hier verkeerd is gebroken en kunnen we hier spreken van halffabricaten vensterglas dan wel mislukte breuken. Dit verkeerd breken kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door te ondiepe inkrassingen of oneffenheden in het glas zoals grote luchtbellen en onzuiverheden.

Een opvallend ingekrast exemplaar betrof een fragment met meerdere parallelle inkrassingen die op circa een millimeter van elkaar waren gelegen. De reden voor deze inkrassingen is tot op heden onbekend.